Ik ging trouwen. Ja, je leest het goed: midden in de coronacrisis deden wij gewoon een gezellig Grapperhausje.
![](https://i2.wp.com/www.evelynehermans.nl/wp-content/uploads/2021/03/Bruiloft-Evelyne-Steven-MPR03853.jpg?fit=640%2C480&ssl=1)
Ik ging trouwen. Ja, je leest het goed: midden in de coronacrisis deden wij gewoon een gezellig Grapperhausje.
‘Als de muren op je afkomen’, kopte de Volkskrant vorige week. Het artikel belicht vier thuiswerkers die, om de sleur te ontvluchten, een andere omgeving opzoeken om te werken.
We wandelen naar de The Little Beershop. De winkel mogen we niet in, maar bij het raam kunnen we via een babyfoon aan de verkoper doorgeven welke biertjes we willen.
Met een volle boodschappentas en een brede glimlach komt De Man de woonkamer binnen. “Heerlijk!” zegt hij. Zo zou hij elke dag wel boodschappen willen doen.
Het is de tweede thuiswerkweek en ik verval nu al in clichés. Maar, zo las ik op Twitter, we mogen niet te streng zijn voor onszelf. We waren hier met z’n allen immers niet op voorbereid.
Er staat een jonge vrouw in een rode jas voor de deur. Van het Rode Kruis, laat ze ons weten. Mijn achtjarige dochter wil direct haar spaarpot legen.
Er zwoegt een vrouw door het park. Uit haar felgekleurde tights en fluorescerende schoenen is op te maken dat ze een poging tot hardlopen doet.
Pepernoten en het co-ouderschap hebben veel dingen gemeen. Alleen is het co-ouderschap helaas verre van zoet en luchtig.
“Wat gebéurde daar nou?” Mijn collega kijkt me vragend aan. We komen net uit een vergadering en ik heb een kurkdroge mond. Maar niet van al het praten.
“Maar het ging toch zo goed tussen jullie?” vraagt een vriendin. “In principe wel,” zeg ik. Maar dat moet ik wel even uitgebreid toelichten.
Als ik thuiskom en de woonkamer binnen stap, zie ik het meteen. Joep heeft plaatsgenomen aan de eettafel. Ik weet zeker dat hij daar vanochtend nog niet zat.
‘Dolgelukkig zijn wij met de geboorte van onze dochter Bo.’ Was getekend: Pim en Sietske Ter Ham.
Deze foto. Kijk er even goed naar. Dat opengeslagen boek, die zoetsappige blikken. Alles klopt. En dat is nu precies het probleem.
Na het hoofdgerecht gebeurde het. Ik had net ingestemd met een glaasje sterke drank. Dat kon nu wel, vond ik.
Zijn antwoord was kort en simpel. Hij keek me niet aan toen hij het zei. Mijn vraag was ook kort, maar verre van simpel. “Dus je gaat je vrouw nooit verlaten voor mij?”
“Kijk, ik ben een dienstmeisje!” De vierjarige dochter van mijn vriend staat in een bloemetjesjurk-met-schort voor me en draait een rondje.
Het was even slikken. De allereerste keer dat mijn nieuwe liefde na het eten een knetterharde boer liet, wist ik: het is voorbij.
“Verstandig hoor,” zegt een collega, “gezien, ehm… de situatie.” De Situatie. Sinds ik online deelde dat ik ben gescheiden, denken mensen dat ik een hoopje ellende ben.
Wij weten inmiddels hoe het moet. Opvoeden. Ons kind zal nooit meer tegen ons schreeuwen, ongehoorzaam zijn of het bloed onder onze nagels vandaan halen.
“Wat erg voor je, veel sterkte.” Die zin. Ik hoorde hem in de afgelopen weken tientallen keren.