Met een volle boodschappentas en een brede glimlach komt De Man de woonkamer binnen.
“Heerlijk!” zegt hij, gevolgd door een verslag van zijn supermarktbezoek. Zo zou hij elke dag wel boodschappen willen doen. De rust! De duidelijkheid! De structuur!
Samen ruimen we de boodschappen op.
“Heb je geen chips gekocht?” vraag ik.
“Nee,” zegt hij, “dat stond niet op het lijstje.”
Bij ons kun je aan de inhoud van de koelkast zien wie de boodschappen deed. Als er buitenlandse kaasjes, bijzondere worstjes en exotische vleeswaren in liggen, was ik het.
Na de boodschappen ruimen we het huis op. We gooien stapels onafgemaakte kindertekeningen weg. Ik vind een kortingsbon die geldig was tot eind februari. En een ongeopende envelop van de Belastingdienst.
“Da’s stom,” mompel ik.
“Was het belangrijk?” vraagt De Man.
“Nou ja, 25% korting op schoenen.”
De Man schudt zijn hoofd. “Een klein beetje structuur zou jou al zo veel helpen.”
Anderhalve week geleden hing hij een schema op, waar de kinderen en ik ons zo goed mogelijk aan proberen te houden.
Het werkt.
De kinderen weten precies waar ze aan toe zijn.