Warrige haren en een slobberige joggingbroek

Bloginterview – initiatief van @marysjabbens

Ze vroeg me op Twitter of ik wilde meewerken aan haar #bloginterview. In gedachten zag ik haar al het koffietentje binnenlopen waar we zouden afspreken. Ik zou haar herkennen aan haar korte, zwarte haren en zij zou me op het eerste kopje trakteren, waarna ze haar dictafoon tussen ons in op het plakkerige tafeltje zou leggen. Maar nee, natuurlijk gaat dat niet meer zo tegenwoordig. Je kent elkaar ‘van online’ en dus interview je iemand ook online. Maakt niet uit, wel zo veilig. Het motief van Mary Sjabbens is even simpel als doeltreffend: ervoor zorgen dat lezers de ‘persoon achter de blogger’ beter leren kennen. Hm… wil ik dat eigenlijk wel?

Nou vooruit dan maar, hier zijn mijn antwoorden:

1. Wil je je even voorstellen?
Voorstellen. Een interessant woord. ‘Ik stel me voor’ betekent tegenwoordig dat ik vertel hoe ik heet, waar ik woon, hoe oud ik ben en wat ik voor werk doe. Maar weet je dan voldoende over mij? Ik kan me zoveel meer voorstellen waardoor jij me beter leert kennen. Als ik één ding zou moeten kiezen, dan stel ik me voor dat ik op een boerderijtje woon, samen met mijn man en kinderen. Dat er wat kippen rondscharrelen, en een varken en een geit. Dat we een moestuintje hebben met sla en groenten en verse kruiden; basilicum, koriander, munt. Dat onze kinderen met vieze vegen op hun wangen, hun knieën zwart van de modder, uit het weiland achter ons huis de keuken binnen stommelen en schreeuwen om zelfgebakken frietjes. Dat R. en ik op zomeravonden samen op onze houten veranda zitten met een glas prosecco en een stokbroodje met schimmelkaas, jazzy liedjes van Prince drijven zachtjes door een open raam naar buiten. Dat we elkaar over de arm wrijven als het koud wordt en besluiten om binnen nog even een uurtje tv te gaan kijken met een zachte fleecedeken over onze knieën. Dat ik schrijf. In de ochtend, de middag en de avond. Dat R. in de deuropening van mijn werkkamer komt staan met twee kopjes koffie en een glimlach. Dat ik dan alles heb om tevreden oud te worden.

2. Wat is de reden dat je bent gaan bloggen?
Ik hou van alles wat met taal, tekst en schrijven te maken heeft. Als kind had ik al een hekel aan al het andere. Rekenen, die stomme sommen, wat had je daar nou aan? Mijn vader zei dat je voor rekenen je hersens moest gebruiken, maar ik zag dat volledig anders. Het schrijven van opstellen, dát was pas een uitdaging voor je hoofd. Verhalen verzinnen, ze zo opschrijven dat de leraar het leuk vond om te lezen. Of je oma en opa! Die laatste, van hem had ik het. Schriften, boeken vol had die man al geschreven. We schreven elkaar ook brieven. De lieve man is al meer dan 10 jaar dood – hij werd 89 – maar ik koester nog altijd één van zijn handgeschreven brieven; de krullige letters op het dunne stencilblaadje. Voor hem maakte ik boekjes. Op zo’n ouderwetse typemachine vervaardigde verhaaltjes, waar ik dan zelf tekeningen bij maakte. Compleet met kaft en achterflap. Om na een week, als we weer op bezoek gingen, vol overgave zijn knokige hand op mijn schouder en zijn goedkeurende geknik in ontvangst te nemen.
Bloggen is eigenlijk de moderne variant daarop: ik bundel mijn zelfgeschreven verhalen en maak daar, in plaats van een tekening, nu mijn eigen foto’s bij. Mooie commentaren en berichten van lezers zijn als tientallen van die handen op mijn schouder (al zal natuurlijk niemand ooit die van mijn opa kunnen evenaren).

3. Hoe lang blog jij al?
Ik blog dus al sinds ik kan schrijven, alleen heette het toen nog niet zo. Tot een paar jaar geleden waren mijn teksten ondergebracht in tientallen verschillende schriften, notitieboeken en Word-bestanden. Op het moment dat bloggen (om met de woorden van @PixelPrinses te spreken) ‘helemaal rock & roll’ werd, zag ik voor mezelf een kans om eindelijk eens te testen hoe de buitenwereld op mijn teksten reageert. Ik begon heel bescheiden op Hyves (haaifs? wat is dat?) en kreeg zulke leuke reacties van vrienden, familie en kennissen, dat ik in 2011 mijn eerste WordPress-blog online zette. Nog geen moment spijt van gehad.

ava24. Hoe vaak blog jij?
Bloggen komt bij mij in vlagen, afhankelijk van datgene wat er in het dagelijks leven speelt. Deze zomer was ik meer dan vier maanden thuis vanwege de geboorte van mijn zoontje. Hij bleek een ongelooflijk ongecompliceerd mannetje te zijn. Dus op de dagen dat mijn dochter van twee op het kinderdagverblijf of bij mijn ouders was, en hij na een fles melk in een heerlijke comateuze slaap viel, had ik alle tijd van de wereld om blogs te schrijven. Dat waren er soms meerdere per week. Heerlijk. Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld. Medio augustus moet ik weer aan het werk, dus dan zal de frequentie wel afnemen. Ik leg mezelf echter geen minimum of maximum aantal blogs per week of maand op. Het komt zoals het komt. En als het niet komt, komt het niet.

5. Heb jij vaste tijden waarop jij je blogs schrijft?
De afgelopen maanden tijdens de middagdutjes van de kinderen. De komende maanden waarschijnlijk ‘s avonds, na het werk. Maar ook dit komt zoals het komt. Ik herinner me een ochtend dat ik heel vroeg wakker was, rond een uurtje of half 6. Het was weekend, het hele huis was nog in diepe rust, maar ik kon niet meer in slaap komen. Ik sloop naar beneden, zette een kop koffie en ging met m’n warrige haren en een slobberige joggingbroek aan achter de pc zitten. Die stilte, dat blauwachtige licht van de dageraad, de oranjeroze gloed van de opkomende zon en de geur van verse koffie; als ik er m’n geld mee zou kunnen verdienen om op die momenten te schrijven – columns en artikelen voor een week- of maandblad of de volgende hoofdstukken van m’n eigen boek – zou ik morgen stoppen met m’n huidige werk.

6. Heb jij altijd een thema/idee waarover je wilt bloggen of komt dat pas als je ervoor gaat zitten?
Het onderwerp voor een blog zit óf al heel lang in mijn hoofd, óf komt zomaar spontaan in me op. Soms blog ik al hele stukken tekst in gedachten, terwijl ik op de fiets zit, of op de wc, of tijdens het inruimen van de afwasmachine. Daarna moet de pc dan zo snel mogelijk aan, anders ben ik die ene pakkende formulering of die alleszeggende zin misschien wel kwijt. Soms is er een onderwerp waar ik graag iets over kwijt wil en dat maar niet ‘op papier’ wil komen. Zo’n onaffe tekst kan dan wekenlang in een draft blijven staan. Totdat de juiste benadering ineens om de (invals)hoek komt kijken. Dan schrijf ik zo’n tekst vaak in één keer af.

7. Blog jij over alles?
Hoe graag zou ik nu willen antwoorden: ja, natuurlijk! Maar nee, ik kijk wel uit. Bij een onderwerp waarover ik een uitgesproken mening heb, vraag ik me altijd tien keer af in hoeverre me dat zou kunnen achtervolgen als ik het in een blog giet. Ik heb bewondering voor bloggers die zich zelf volledig bloot geven, niet bang zijn om alles van zichzelf te laten zien. Sommige zaken zijn voor mij gewoon te privé, die hoeft niet iedereen te weten. Ik blog ook niet over de politiek of over geloofsovertuigingen. Allereerst omdat ik me er (heel bewust) te weinig in verdiep om er iets van te vinden, en ten tweede omdat ik heb gemerkt dat mensen je op basis van die onderwerpen in een hokje stoppen waar ik wellicht helemaal niet wil zitten. Dat laatste gebeurt helaas nogal snel. Als je teksten over gevoelige onderwerpen aan de interpretatie van een ander overlaat, doen ze met je wat ze willen. Ik moet nog leren om daar volledig onverschillig tegenover te staan.

intervfoto8. Hoe zou jij jouw blogs omschrijven?
Mijn teksten vallen uiteen in columnachtige, humoristische teksten, en wat diepgaandere gevoelsbeschrijvingen. Het onderwerp bepaalt wat de beste vorm is. Als ik schrijf over mijn kinderen, of over mijn angst voor de dood, druk ik me veel zintuiglijker en beeldender uit dan als ik een punt wil maken over homofobie of de grens tussen werk en privé. Ik wil me ook niet vastleggen op één bepaalde stijl.

9. In hoeverre houd je rekening met jouw lezers, of doe je dat helemaal niet?
Ik ben erachter gekomen dat ik de leukste, mooiste en meest positieve reacties krijg op de blogs die ik in een opwelling schrijf, zonder te veel na te denken over wat een lezer ervan zou kunnen vinden. Dat bevalt me wel! Dus in die zin probeer ik nu minder rekening met m’n lezers te houden dan voorheen :-).

10. Zijn er onderwerpen waarover je wilt schrijven, maar het nog niet durft/wil/kan?
Ja.

11. Hoe belangrijk zijn de statistieken voor jou?
Ik heb pas sinds kort een plugin geïnstalleerd waarmee ik kan zien hoeveel mensen mijn blog bezoeken. En waar ze vandaan komen. Ik vind de statistieken interessant, omdat ik er bepaalde conclusies uit kan trekken, bijvoorbeeld over de dag of het tijdstip waarop ik het best kan posten om zoveel mogelijk lezers te bereiken. Maar het roept ook vragen op. Waarom klikten er nu 180 mensen op díe post, en maar 30 op die andere? Een voedingsbodem voor onzekerheid en twijfels, die statistieken. Je kunt er maar beter niet naar kijken.

12. Op wat voor manier en waar maak je kenbaar dat je een nieuw blog hebt geschreven?
Voornamelijk op Twitter. Ik citeer vaak een pakkende zin uit de tekst of stel een vraag die lezers nieuwsgierig maakt. Lezers kunnen zich ook op mijn blog abonneren. Ik denk er nu over na om me aan te melden bij een grote blogcommunity-site om mijn teksten bij een compleet ander soort publiek onder de aandacht te brengen.

13. Ben je tevreden over jouw site?
Eigenlijk ben ik nooit tevreden. Tot voor kort had ik een theme met een design dat goed bij me paste. Handgeschetst, beetje chaotisch, met pijltjes en doorhalingen; precies zoals ik schrijf (en ben). Maar ik kreeg steeds vaker foutmeldingen bij het installeren van plugins en widgets. Ik moest dus dringend op zoek naar een ander theme. Grote god, wat heeft dát een tijd en energie gekost. En maar scrollen door die WordPress-site, en maar live-previewen, pffff. Niks vond ik passend of bijzonder genoeg. Het huidige theme grijpt toch weer terug op datgene waar het allemaal mee begonnen is: een schriftje, met lijntjes en zo’n roze kantlijn. Ik mis alleen hier en daar een vulpenvlek.

14. Wat vind je van de reacties van lezers op jouw blog?
Daar doe ik het voor. Natuurlijk schrijf ik omdat ik het zelf leuk vind om te doen, maar als de reacties van lezers me niet uit zouden maken, dan kan ik mijn site net zo goed met een password versleutelen. Of offline blijven schrijven. Ik kies er echter voor om mijn teksten online te zetten, omdat ik weet dat ze dan door volslagen vreemden worden gelezen. Ik wil weten wat die ‘buitenwereld’ ervan vindt. Ik ben een ongelofelijke feedback-freak. Weet ik lezers te raken? Kunnen ze om mijn teksten lachen? Zet het ze aan tot nadenken? Wel zou ik graag wat meer interactie willen. Soms plaatst iemand een reactie met daarin een vraag, waar ik dan op antwoord, maar die persoon komt dan vervolgens niet meer terug om mijn antwoord te lezen. Dat vind ik jammer. Al heb ik net ontdekt dat ook daar een plugin-oplossing voor is. Handig!
Reacties zijn voor mij altijd waardevol. Trouwe lezers plaatsen soms reacties die me tot tranen toe ontroeren. Prachtig vind ik dat. Allemaal kleine kadootjes.