Van zelf sprekend

Ja maar, zei de ander, wat vind JIJ?

Daar moest ik even over nadenken.

Ik ben het er eigenlijk niet mee eens, zei ik.

 

Vervolgens trok ik een blik ergernissen open en stalde de inhoud uit op de tafel voor ons. De ander keek ernaar en schudde het hoofd. En dus begon ik aan een nieuw betoog vol argumenten. De ander richtte het hoofd op, keek me aan en trok één wenkbrauw op. Het maakte me boos. Nam de ander mij niet serieus? Vond de ander dat ik overdreef? Een nieuwe gedachte kwam in me op. Had ik misschien ooit iets anders beweerd? Haalde ik ongemerkt mijn eigen argumenten onderuit? Ik zweeg. Van onder mijn wimpers spiekte ik even naar de ander, die schijnbaar onbewogen in de koffie roerde. Had ik het nu verpest?

Sorry dat ik je ermee lastigval, zei ik, en sorry als je het niet begrijpt.

De ander tikte het koffielepeltje af op de rand van het kopje en keek verbaasd naar me op.

Ik begrijp het best, zei de ander, je had kunnen stoppen na ‘ik ben het er eigenlijk niet mee eens’, op dat moment had je mijn vraag al beantwoord.

Ik fronsde mijn voorhoofd en vroeg me af wat dit nu weer te betekenen had.

Vraag het me dan! zuchtte de ander.

Oké, zei ik, wat vind je er dan van dat ik het er niet mee eens ben?

De ander keek me diep in de ogen, pakte mijn schouders vast en zei: ik vind er niks van, het is gewoon JOUW mening!

Op dat moment stond de ander op, gaf me een vriendschappelijke knipoog en zei dat we elkaar binnenkort uiteraard weer zagen. Want het was zoals altijd gezellig geweest. En weg was de ander, mij energieloos achterlatend met mezelf.

 

[deze tekst kwam tot stand naar aanleiding van de blogs Het belang van eigenheid en Hoe blijf je bij jezelf van Jacob Jan Voerman]