Niet goed voor elk

Sinds iemand me ooit vertelde dat er allerlei kleine adertjes springen in je hersenen als je je neus snuit, is een verkoudheid voor mij geen onschuldig virusje meer. En vanaf het moment dat ik las dat het eten van drop tijdens de zwangerschap ervoor kan zorgen dat je kind dom en druk wordt, bekruipt mij steeds weer een lichtelijk onaangenaam gevoel als mijn dochter gillend door het huis dendert, of ‘nee’ zegt als ze ‘ja’ bedoelt.

Alles wat mij als kind is wijsgemaakt, blijkt in de volwassen wereld niet te kloppen. Zo las ik artikelen waarin wetenschappelijk wordt onderbouwd dat roomboter gezonder is dan margarine en dat gewone cola beter is dan light. En ik stuit op steeds meer bewijzen dat de wereld om ons heen geen enkele veiligheid biedt. Dat je kanker kunt krijgen van chips, pindakaas en knäckebröd, en van de inkt op de kassabonnetjes van de supermarkt. En dat melk meer kapot maakt dan je lief is. Ik herinner me het jaren ’80 reclamespotje met de boodschap ‘Melk, de witte motor’ nog goed. Nooit bij stilgestaan dat ze daarmee uitsluitend de motor voor de economie bedoeld moeten hebben.

 

Ik kijk naar programma’s als De Keuringsdienst Van Waarde en krijg bevestigd dat ik niks of niemand meer kan vertrouwen. Filet americain is besmet met rauw (!) varkensvlees, mandarijnpartjes worden gewassen in giftige chemicaliën, het broodje döner kebab van 100% lamsvlees bestaat voor 30% uit kip of varken en in truffelolie is helemaal geen truffel te vinden.

En dit zijn slechts de kleinigheden, de ‘onschuldige’ nepheid van onze wereld. Als ik het toelaat om te lang stil te staan bij wat er dagelijks om mij heen en ver van mijn bed aan echte ellende plaatsvindt, doe ik ‘s nachts geen oog meer dicht. Dan lig ik te draaien onder mijn donzen dekbed, waarvan ik niet weet of het dons wel afkomstig is van ganzen die níet levend zijn geplukt op illegale boerderijen in Hongarije. Dan lig ik te piekeren over kuikens die levend in de gehaktmolen worden gegooid en krijg ik nachtmerries van de wetenschap dat alles wat ik hierboven heb genoemd slechts één topje is van een verzameling van duizenden ijsbergen. Die bovendien allemaal langzaam smelten, omdat de mens het milieu moedwillig naar de sodemieter helpt.

Om hoofdpijn van te krijgen. Waartegen ik overigens geen ibuprofennetje slik, want dan maak ik – naast mijn hoop op een betere toekomst – ook nog mijn maagwand kapot.

Mocht je je na het lezen van dit stuk behalve over de wereld ook nog zorgen maken om míj: niet nodig. Ik heb niet altijd van dit soort dagen. Soms ben en moet ik het gewoon even kwijt. Ook ik sta morgen gewoon weer op. Ik ontbijt met een boterham met pindakaas, een kopje koffie met melk en met een lading nieuwsberichten over een wereld die helaas niet goed is voor elk.