Leerproces

Mijn dochter is anderhalf jaar oud. Dit zijn haar meest gebruikte woorden:

Baw (bal), auto, opa, oma, papa, mama, chjiets (fiets), boom, boot, bei

koek, bwood (brood), jijbaah (glijbaan), poezzzz (poes), oend (hond), taart (paard), obbepaad (hobbelpaard)

kiekkeh (kikker), eend, kauke (kuiken), pauw, boeeeeh! (koe), ei, olk (wolk)

sok/ook sok (linker sok/rechter sok)

aaien, mooi, oppedekee (hoppekee)

oerst (worst), boekkijkeh (boekje kijken), uit, bauk (buik), beebee (baby)

beekeh (beker), jekkeh (lekker), chjees (vlees), chjis (vis)

beisje (meisje), onge (jongen), sitteh (zitten)

oor, oog, neus, auw

haoo (hallo), dag, doeg, doei

ja

nee

 

Vooral het laaste woord gebruikt ze heel bewust. Geen speld meer tussen te krijgen. Maakt niet uit wat een ander ervan vindt, of wat de gevolgen zijn. Ze ligt er niet wakker van.

Ik ben vijfendertig jaar oud. Veel van de bovenstaande woorden gebruik ik dagelijks. Vooral het woord ‘ja’. Terwijl dat niet altijd de juiste woordkeuze is.

Best confronterend: al meer dan dertig jaar kunnen praten en soms nog steeds de verkeerde woorden gebruiken. Blijkbaar is het kind in mij ergens langs de route achtergebleven. Misschien moet ik haar eens gaan zoeken.