Het ogenblik tussen heel en kapot

121001_NA_Niets_en_niemand_aanbieding.inddOp het vliegveld in Parijs wacht Laura Innes tot er weer gevlogen zal worden. Beeldschermen tonen de brokstukken van het vliegtuig dat ze net heeft gemist. Het is de vraag of ze vanavond nog thuis zal komen. Het is de vraag of ze dat werkelijk wil. De familie Innes deed nooit aan ‘thuis’. Laura, Maxime en hun zoon Steven woonden overal en nergens, waren niemand verantwoording schuldig behalve elkaar. Ze zouden een leven lang in vrijheid schoonheid scheppen, en dat leek nog te gaan lukken ook. Totdat ze zich vestigden in Nederland. Waar uitzendwerk de familie ontwrichtte. Waar hun eigen wetten niets waard bleken te zijn. In de vertrekterminal ontvangt Laura haar doodsbericht. En ineens is alles weer mogelijk. Niets en niemand is een indrukwekkende roman over de zin en onzin van kunst, traditie en loyaliteit. 

Op de cover van het boek staan twee flatgebouwen. Rijen met ramen, allemaal hetzelfde, etage op etage. Mijn oog valt direct op de onregelmatigheden in de foto. Een raam waar een laken uit hangt. Vensterbanken met kleren aan een haakje. Ze onderscheiden zich van de andere ramen, zijn uitzonderlingen op de regel. Maar als ik weer naar het plaatje in z’n geheel kijk, blijft het een foto van twee grijze betonblokken. Achter al die ramen wonen weliswaar individuen, maar ze zijn allemaal deel van een groot, lelijk, massaal gedrocht.

Dat is waar de roman Niets en niemand voor mij over gaat; hoe zeer we als mens ook proberen om ons te onderscheiden van de massa en ons los te maken van de geldende regels, écht vrij zullen we nooit zijn.
Steven, de zoon van het kunstenaarsechtpaar Innes, mocht zijn hele leven doen en laten wat hij wilde. Hij heeft zelfs geen paspoort, staat nergens als burger ingeschreven. Hij trekt zich van niets en niemand iets aan. Maar juist al deze grenzeloosheden zorgen ervoor dat Steven volledig identiteitsloos is. Hij verzint alter ego’s waarmee hij op internet bepaalde rollen speelt, maar het lukt hem niet om zijn eigen ‘ik’ te vinden. Hij is nergens goed in, weet niet wat hij met z’n leven moet en ondanks al zijn geld (cq. het geld van zijn ouders) en zijn dure kleren leidt hij in wezen hetzelfde bestaan als de daklozen die in het boek voorkomen. Hij is niets, niemand.

Het boek is prachtig geschreven. Vol melodieuze zinnen als: de stoptrein bommelde onbekommerd naar Almelo. Vol met sfeervolle beschrijvingen van plaatsen en ruimtes; kleurrijke decors die, hoe mooi ook, het lege bestaan van de personages niet weten te verrijken.

In een recensie op NRC Lux las ik dit:  

Ideeën en temperament genoeg dus in dit boek, maar de springerigheid ervan staat ook veel in de weg. Zo blijft een werkelijk innige identificatie met sleutelfiguur Steven uit, omdat Bonthuis hem teveel in de maag heeft gesplitst: een verwende jeugd, een verloren liefje, een waterige identiteit. Hij figureert in een felle roman die je van een afstandje leest.        

Zoals het daar staat klinkt het als kritiek. Voor mij staat de ‘springerigheid’ van de roman echter voor de wispelturigheid van de hoofdpersonen, waarmee ze krampachtig tegen burgerlijkheid en sleur proberen te vechten. Dat ik me als lezer niet met Steven kan identificeren onderstreept juist zijn ontbrekende eigenheid. Hoe zou ik me als lezer moeten herkennen in een niets, een niemand? Of Ivo Bonthuis het zo bedoeld heeft of niet, ik kijk als lezer naar de gebeurtenissen in dit boek, zoals Laura Innes naar de beelden van haar gecrashte vliegtuig kijkt: veilig, van een afstand, me afvragend wat ik nu eigenlijk vind van de ellende en treurigheid die ik voor me zie. Het boek beschrijft het leven van de personages precies op het ‘Innes-moment’: het ogenblik tussen heel en kapot. 

Ik kijk nog eens naar de boekcover. Ineens valt me het doorkijkje op; daar, tussen die twee gebouwen, zie ik een glimp van wat erachter ligt. Natuur, vrijheid. Daar kun je naartoe als in het flatgebouw de muren op je afkomen. Ontsnappen aan de werkelijkheid. Maar net als alle andere bewoners zul je ‘s avonds terugkeren naar je hokje. Omdat je niet anders kunt. Of wilt. Niets of niemand kan dat veranderen.

______________________________________________

Een perfecte dag voor literatuur (vernoemd naar het verhaal Een perfecte dag voor bananenvis van J.D. Salinger) is een leesclub voor bloggers met een literaire smaak. Bij deze Not Just Any Blog Club lezen we gelijktijdig hetzelfde boek en bloggen er daarna over in welke vorm we maar willen.