De Verborgen Geschiedenis #50books

De sneeuw in de bergen begon te smelten en Bunny was al weken dood voordat we ernst van onze situatie begonnen in te zien. 

Bij de ingang van de Bergen op Zoomse bibliotheek, aan een binnenplaatsje dat volledig uit witgrijze kinderkoppen bestond en waaraan meerdere historische gebouwen met wit-met-rode luiken en gekrulde koperen klinken gevestigd waren, las ik deze zin. De eerste zin van het boek dat één van mijn lievelingsboeken zou worden. Ik had zojuist de deur van de bibliotheek – hout, zwaar, met een klein raampje in het midden waarachter je eveneens zware houten boekenkasten verwachtte – achter me dichtgetrokken en bleef al lezend midden op het pleintje staan. Nee, dacht ik meteen, dit begin was te spannend, ik wilde het boek bewaren voor thuis en daar verder lezen. Het genot nog even uitstellen. Liggend op mijn buik op de wollig witte vloerbedekking van mijn tienerkamer opende ik het boek opnieuw. Ik was negentien jaar oud, zat in mijn laatste jaar van het gymnasium en las het boek in één ruk uit.

De verborgen geschiedenis

Het boek zou met me meereizen langs grote gebeurtenissen, eenzame episodes en liefdevolle relaties. Ik schonk het mijn moeder ter afleiding van haar wekenlange verblijf in het ziekenhuis na ons auto-ongeluk. Ik herlas het, keer op keer, tijdens mijn jarenlange verblijf in het buitenland. Eerst in het Engels, daarna in het Duits. The Secret History, Die Geheime Geschichte. De Verborgen Geschiedenis trok mij iedere keer weer mee de diepte in.

Op mijn tweeëntwintigste zag ik hem in de Utrechtse studentenkamer van mijn beste vriendin op de bank zitten. De kamer verstilde, stemmen vervaagden. Zijn helderblauwe ogen haakten zich vast in de mijne. Hij zag mij. Hij trok me mee een diepte in waarvan ik bang was dat ik erin zou verdrinken. Op een warme zomeravond, wandelend in het parkje dichtbij zijn studentenflat, de blaadjes van de bomen zachtjes ritselend boven onze hoofden en het geroezemoes van de stad op veilige afstand, beloofden we dat we bij elkaar terug zouden komen als we op ons dertigste (dan waren we immers al oud!) nog niemand hadden gevonden die onze liefdevolle vriendschap evenaarde. Hij zoende me met ingehouden tranen. Ik hield mijn adem in en gaf hem een pocket-uitgave van het boek, met voorin een met vulpen (zelf)geschreven gedichtje dat een open einde suggereerde.

Op mijn dertigste (ja echt) stuurde hij me gewoon een mail. Hij begon met: “Hallo lieverd…” We zochten elkaar op en herkenden elkaar, ondanks meer gewicht en minder haar. We keken in dezelfde ogen als toen. Onze blikken kruisten elkaar niet meer, maar hielden elkaar vast, aangevuld met ervaren jaren en de rust om deze keer volledig af te dalen in die diepte, die nu voelde als thuiskomen. Ik keek zijn kleine appartement rond. Daar stond het, in een kastje onder de vensterbank. Ik herkende het boek meteen, al was het nu licht vergeeld en had het kleine ingescheurde strepen op de kartonnen rug. De met vulpen geschreven regels op de eerste bladzijde waren vervaagd, vlekkerig, maar nog steeds leesbaar. We hielden elkaar stevig vast. Buiten hield het op met regenen en toen ik zijn hartslag tegen mijn wang voelde, drong de ernst van de situatie tot me door.

Nu, nog eens 7 jaar later, staat het boek hier, in Utrecht, in ons huis, in onze gezamenlijke boekenkast. Wie weet zal één van onze twee kinderen het later lezen. De Verborgen Geschiedenis staat symbool voor onze hervonden historie. De opgepakte draad. Uitgesteld genot.

 

Dit blog is geschreven als onderdeel van #50books, een initiatief van Peter Pellenaars. Elke zondagavond stelt hij een vraag over een boek. De vraag luidde: Welk boek heeft voor jou een bijzondere betekenis gekregen?